Wilg



Knotwilg
Treurwilg
Wilg (Salix) is een geslacht van bomen en struiken. Wilgen bloeien doormiddel van katjes op eenjarige twijgen in april-mei. Je kan een wilg zaaien maar doordat het zaad maar een korte tijd kiemkracht heeft worden ze meestal gestekt. Ze komen vooral langs sloten en plassen voor want, ze houden van een vochtige bodem. Wilgen groeien ook zeer snel. Er zijn ongeveer 300 soorten.
Gebruik
Schors van sommige soorten wilgen werd vroeger gebruikt als pijnstiller. Van wilgenhout kan men ook klopmen en papier maken.
Knotwilg
Als je een Wilg afzaagt op ongeveer 2 meter hoog dan is het vanaf dan een knotwilg. Dan gaan er vervolgens wilgentenen op de stam groeien. Die vervolgens weer kunnen worden gebruikt voor bijv. tuinschermen en manden. Vroeger werden ze gebruikt voor het bouwen van hutten en ook voor funderingen van dijken.
Knotwilgen moeten regelmatig weer geknot worden, eens per 1-2 jaar. Alleen in de wintermaanden anders sterft de stam af.
Kruipwilg
Kruipwilg (Salix repens) is een struik. hij wordt 15 cm tot 1 meter hoog. De struik groeit graag op natte of droge zandgrond, duinen of moerassen. Omdat ze een groot wortelstelsel hebben worden ze vaak aangeplant in zandverstuivingen.
Kronkelwilg
Kronkelwilg (Salix Babylonica ’Tortuosa’) wordt ongeveer 12 meter hoog. De takken en twijgen groeien in allerlei bochten, het blad is gekruld.
Treurwilg
Treurwilg (Salix sepulcralis ‘Chrysocoma’) is een boom die vooral langs water staat wordt ongeveer 22 meter hoog. De takken buigen naar beneden waaraan weer lange gele dunnen twijgen recht omlaag hangen.